HRP: Deel 5: Merens-les-Vals – Banyuls-sur-Mer

Dit is het vijfde deel van het vijfdelige verslag van de Haute Randonnée Pyrénéenne (kortweg HRP) die wij liepen van 07 juni 2011 tot 31 juli 2011.

Dag 45: 22 juli: Merens-Les-Vals – Estany de Lanoset

We volgen vandaag de GR 10 tot de Refuge des Bésines waar we opnieuw onze normale HRP-route oppikken. Kou en mist zijn helaas alweer de sleutelwoorden om het weer te beschrijven. In de loop van de namiddag krijgen we tussen de mistflarden door af en toe een glimpje te zien van het prachtige decor waarin we rondlopen, maar daar blijft het jammergenoeg bij. We houden de moed erin en hebben het onder andere over onderwerpen als de Belgische politiek en het onderwijs. Wat mist als niet doet met een mens… We zoeken en vinden uiteindelijk een behoorlijk goed tegen de elementen beschut slaapplekje in de buurt van het Estany de Lanoset. De kans dat we morgen over de Pic Carlit kunnen: 30% ? Hopen maar…

Dag 46: 23 juli: Estany de Lanoset – Etang Noir

Wanneer de wekker om 06.30 uur voor de eerste keer afloopt, ziet het er naar uit dat het weer één en al mist wordt vandaag. Geen Pic Carlit dus en wel de kortere variant via de GR 10. We slapen nog een uurtje langer. Terwijl we onze rugzakken inpakken, trekt het weer onverwacht en snel helemaal open. Zit onze normale route er dan toch nog in? Het eerste stapuur van de dag traverseren we boven het Etang de Lanoux in een landschap dat lijkt weggelopen uit Peru. We klimmen zachtjesaan naar het Etang des Fourats van waar het over een erg steile, maar technisch makkelijke puinhelling richting Pic Carlit gaat. de uitzichten vanop de top zijn even divers als schitterend. Het wordt ons van hier ook duidelijk dat we in een kleine goed-weer-zone zitten binnen een immense wolkenzee. Naast een magnifiek uitkijkpunt is de Carlit ook de hoogste top van de Oostelijke Pyreneeën en is slechts 3,5 uur vanop een parking aan zijn oostzijde beklimbaar. Gevolg: op een mooie zomerdag proberen honderden mensen boven te raken. Het plateau tussen de parking (aan Lac des Bouillouses) en de Carlit is van ver een prachtig en voor de Pyreneeën uniek landschap. Wie de Carlit niet wil beklimmen, komt hier met de kinderen wandelen. De gevolgen van dit ongecontroleerd massatoerisme zijn niet mals. Het plateau wordt doorsneden  door ontelbare paadjes en de hoofdpaden zijn breed uitgeërodeerd, op sommige plaatsen tot 4 meter! Het valt ons moeilijk om hiervan het moois nog te zien… Het vage plan om misschien hier te bivakkeren bergen we maar op als we merken dat een stuk of 50 avonturiers, 2 seconds-tentje in de hand, hetzelfde van plan zijn. Voorbij het Lac des Bouillouses hervinden we onze rust. De tent zetten we in de buurt van Etang Noir waar alleen everzwijnen af en toe de stilte doorbreken.

Dag 47: 24 juli: Etang Noir – Vallée d’Eyne

De idyllische meertjes tijdens het eerste kwartier van onze tocht van de dag zijn de omweg die Joosten hier maakt van de GR 10 zeker waard! De uren die erop volgen zijn enkel goed om in Eyne te geraken. Bijzondere uitzichten zijn er niet en het lijkt soms alsof we in een ander massief zijn beland. We maken er het beste van en verliezen er ons goed humeur niet bij. We hebben geen zin in het stuk asfalt tussen de Col de la Perche en Eyne en verzinnen dan maar zelf een nauwelijks langere variant door het bos. We klimmen nog een tweetal uur door in de Vallée d’Eyne die door zijn status van natuurreservaat heel wat dagjesmensen lokt. Geen toestanden zoals gisteren rond de Carlit, gelukkig maar.

Dag 48: 25 juli: Vallée d’Eyne – Pla de Coma Armada

Regen. We scheiden de natte buitentent en de nog droge binnentent van elkaar. Als het vanavond nog steeds regent is het fijn dat we niet moeten wachten op het drogen van de binnentent. Net voor de Col d’Eyne verandert het weer snel en niet bepaald in positieve zin. Muts, handschoenen, regenbroeken en -jassen: alles gaat aan. Op de col zelf overleggen we toch maar even of we wel verder kunnen op deze manier. De graat lijkt echter breed genoeg om niet direct bang te moeten zijn erafgeblazen te worden door de erg krachtige wind. De werkelijke temperatuur is net positief, de gevoelstemperatuur is dat niet. Daar zijn we qua kledij wel op voorzien. GPS, hoogtemeter, kompas, routebeschrijving én stafkaart zullen ons in de dichte mist wel op koers houden. Conclusie: we gaan ervoor. Eens voorbij de Coll de Nou Fonts trekken de wolken af en toe een paar honderd meter hoger en ontvouwen zich zowel aan de Franse als aan Spaanse kant magnifieke uitzichten. Tussen de buien en wolken door zien we ook verschillende kuddes gemzen die zich weinig van ons lijken aan te trekken. Na een stukje door het mooie Circo de Freser komen we terecht in het skigebied van Vall Ter, één van de lelijkste die we ooit zagen. Gelukkig is er al snel het uitgestrekte Pla de Coma Armada dat opnieuw voor een ander en prachtig uitzicht zorgt. Tijdens een hevige regenbui die meer dan anderhalf uur zou duren zetten we de tent op dit plateau. Het regende vaak en het was koud, maar toch was dit een schitterende dag!

Dag 49: 26 juli: Pla de Coma Armada – Cabane Arago

De Pla de Coma Armada met de ochtendzon erop: het is een prachtige plek om wakker te worden. Doe daarbij nog een paar grote kuddes gemzen en het sprookjesdecor is af. Helaas schijnt die ochtendzon maar door een kleine opening tussen de wolken. We krijgen van de weergoden tot de middag om regenloos te genieten van onze HRP die vandaag lang hoog blijft. Na de middag is het feestje uit: eerst zijn het maar buien, maar later valt het water non-stop met bakken uit de lucht. Veel bergen krijgen we dan ook niet te zien. We zijn opnieuw veroordeeld tot een hele avond in de tent die we zetten aan de op instorten staande Cabane d’Arago. We staan op slechts 2 uur van de top van de Canigou die we nog niet te zien kregen. Wordt het laatste grote obstakel van deze HRP het eerste waarvoor we forfait moeten geven? Beste weergoden, het is welletjes geweest.

Dag 50: 27 juli: Cabane Arago – Mine de Batère

Wanneer we ’s ochtends wakker worden heeft het al een paar uur niet meer geregend. Een paar grote gaten in de bewolking zorgen ervoor dat we niet twijfelen: we proberen de normale route. Net aan het begin van de als moeilijk te boek staande sleutelpassage begint het toch weer zachtjes te regenen. We beslissen door te gaan, maar letten er extra op dat we ons niet in de val klimmen, met andere woorden over een stuk gaan waar we bij hevige regen niet meer veilig terug afraken. Uiteindelijk valt de Brèche de Durier best wel mee. Alle voet- en handsteunen zijn zo breed en plat dat je er zelfs bij nat weer met de nodige voorzichtigheid overkan. We halen de top van de Canigou, waarmee we kunnen zeggen dat we alle grote moelijkheden van de HRP hebben overwonnen. Dat hebben we niet helemaal alleen aan onszelf te danken: ondanks meermaals niet al te schitterend weer hadden we op de cruciale momenten steeds geluk. tot onze verbazing staan we alleen op de top, maar er is door de mist dan ook niets te zien… Tijdens de afdaling beleven we onverwacht een kippevelmoment: door een groot gat in de bewolking ten oosten van ons zien we voor het eerst de Middellandse Zee. We krijgen een kwartier de tijd om te genieten waarna het wolkendek zich weer sluit. Net zoals de vorige dagen verzuipt ook de rest van deze dag. Tussen de wolken en buien door zien we maar fragmentjes van de ongetwijfeld schitterende uitzichten op dit stuk van de route. We zijn al blij dat we ’s avonds net voorbij de Mine de Batère nog eens buiten de tent kunnen koken. In het oosten schijnt de zon. Daar moeten we naartoe!

Dag 51: 28 juli: Mine de Batère – Ruïne de Paracolls

We dalen deze voormiddag naar Arles-sur-Tech dat slechts 285 meter hoog ligt. Voor het eerst sinds we-weten-niet-meer-wanneer heeft de zon de bovenhand. Het lijkt alsof elke vijf minuten dalen ons een graad in temperatuur meer opleveren. In het dorpje zelf is het een zwoele 25°C. We kopen wat extra eten en fruit in de Spar en genieten van een lange middagpauze. Vol energie staan we in geen tijd op de Col de Paracolls. We passeren een prachtig bivakplekje aan een ruïne waar we ook uitzicht hebben op het grote obstakel van morgen: de Roc de Frausa. Iets verder beslissen we dat deze plek té mooi is om er niet te blijven en we keren terug. We genieten met volle teugen van onze eerste droge en warme namiddag sinds lang. We halen de rugzakken helemaal leeg om ook al onze spullen eens droog te krijgen, waardoor onze kampplek een tijdje in een stort veranderd lijkt. Het weer blijft de hele avond aangenaam en we genieten voluit.

Dag 52: 29 juli: Ruïne de Paracolls – Col de Figuer

Na wat afwisselend op en af gaat het vanaf de Moulli Serradou behoorlijk stevig omhoog richting grenskam. Steil klimmen op goede paadjes: het ligt ons. Sneller dan verwacht bereiken we de Roc de Frausa Occidental. Het Canigou-massief hangt nog altijd in de wolken, maar de uitzichten in de andere windrichtingen maken veel goed. Na een tripje naar de Roc de Frausa Oriental dalen we een tijdje in Spanje langs verschillende leuke plekjes. Via de Coll de Lly steken we weer de grens over. Na het rustige Las Illas doen we nog een stukje van de saaie etappe van morgen. Lange asfaltlussen langs chique huizen brengen ons naar de Col de Figuer. Niet veel later vinden we een goed verborgen bivakplekje. Onze lichamen maken ons stilaan duidelijk dat het bijna genoeg is geweest. Nog twee dagen…

Dag 53: 30 juli: Col de Figuer – Refuge de Tagnarède

Vandaag staat in ons boek aangekonigd als een saaie dag. Gelukkig is het mooi weer waardoor we de eerste kilometers dirtroad wat beter verteren. Een stuk voorbij naturistenzone/boerderij Mas Nou ontmoeten we een ietwat vreemd koppel, een Duitse en een man van niet-gedefinieerde nationaliteit. Er ontstaat een hartelijk gesprek waarbij we heel wat informatie uitwisselen. Zo komen we te weten dat er misschien een alternatief bestaat voor de vele asfaltkilometers van vandaag. Na een al even hartelijk afscheid zweten we ons een weg naar het met voorsprong lelijkste gat van de HRP. Le Perthus. Het blijkt het soort taxfree, marginaal shoppingparadijs waar je makkelijker aan een fles whisky raakt dan aan een appel. We vluchten de plek uit en komen tot de leuke verrassing dat de GR 10 is omgeleid, wat ons alvast een lang saai stuk bespaart. Zowat anderhalf uur verder vinden we ook het leuke pad naar de Col Forcat waarover de Duitse het vanmorgen had. Op de col is het even zoeken, maar we vinden uiteindelijk het paadje dat ons over de grenskam naar de Roc des 3 Termes brengt. Deze route is veel meer “spirit HRP” dan de GR 10-versie. Een stukje klimmen verder staan we op de lelijke Pic de Neulos (met antenne) die wel prachtige uitzichten op de streek biedt. Aan de Source de Tagnarède denken we even dé plek voor ons laatste kamp gevonden te hebben. We zijn al zo goed als geïnstalleerd als een man met grote zakken ons komt melden dat hij vanavond met een twintigtal anderen een groot feest zal houden. Als we niet opkrassen zullen we vannacht niet slapen, voegt hij er fijntjes aan toe. Even behoorlijk uit ons humeur pakken we maar weer in, hier kunnen we toch niet tegenop. Aan de Refuge de Tagnarède worden we niet vrolijker: het ziet ernaar uit dat we de keuze hebben tussen slapen in de hut en slapen op een zeer wind-onbeschutte plek in de tent. Veel zoekwerk later vinden we een stukje verder dan toch nog de nodige beschutting. We laten de emoties wat bezinken en genieten met wat vertraging van onze laatste HRP-avond.

Dag 54: Refuge de Tagnarède – Banyuls-Sur-Mer

Een stormachtige wind begeleidt ons tijdens onze laatste uren over de grenskam. De uitzichten zijn super. De combinatie van een nog vrij hoge ruwe bergkam en de steeds dichterbije zee zorgt voor een geweldig einde-HRP-gevoel. Een lokale inwoner die een rondje trailrunning doet. Hij feliciteert ons hartelijk als hij verneemt dat we helemaal uit Hendaye komen. Hij geeft ons de tip om op de Pic de Sailfort even van de route af te wijken. Net als gisteren blijkt het een gouden tip. Het uitzicht op de hele Côte Vermeille is subliem. De zee ligt nu werkelijk aan onze voeten. De route verveelt ook tijdens de laatste uren nooit en sneller dan verwacht lopen we door de straten van Banyuls. En dan, ook onverwacht snel, staan we plots aan het strand. Zelfs lange tochten hebben een einde… We genieten voluit van het moment en de hevige emoties die door ons heengaan.

Foto’s van dit deel HRP

HRP: Deel 4: Salardú – Merens-Les-Vals

Dit is het vierde deel van het vijfdelige verslag van de Haute Randonnée Pyrénéenne (kortweg HRP) die wij liepen van 07 juni 2011 tot 31 juli 2011.

Dag 31: 08 juli: Salardú – Coll d’Airoto

Enigzins bezorgd om Stevens voeten (wat vermoeidheidsverschijnselen), maar voor de rest met verse mentale en fysieke energie beginnen we aan deel vier van onze HRP. Over de eerste uren van de tocht van vandaag valt niet bijster veel te vertellen. We klimmen ons een weg omhoog uit de beschaving terwijl de zon langzaam maar zeker het ochtendgrijs wegbrandt. Mooi wordt het vanaf waar we opnieuw de wereld van het hooggebergte betreden. Na de laatste meren tegen de kam, Estanys Rosari de Baciver, begint het stevige werk: geen paden, zo goed als geen cairns en een erg steile klim over gras en puin naar de Tuc de Marimanya. De uitzichten vanop de top maken de klim meer dan de moeite waard. Terwijl we verder klauteren over de Marimanya-graat vragen we ons luidop af of ook deze dag niet “buiten categorie” geclasseerd moest worden. Wanneer het weer niet helemaal perfect is, heeft een mens hier niets te zoeken. Iets ten westen van de Coll d’Airoto vinden we onverwacht een goed bivakplekje. We vinden het wel goed geweest voor vandaag en genieten de rest van de dag van de zon en de absolute rust en eenzaamheid van ons slaapplekje.

Dag 32: 09 juli: Coll d’Airoto – Comamala-meertje

 Moeilijk blokkenterrein is het aperitief van de dag: we hebben de afdaling van de Coll d’Airoto naar het Estany d’Airoto onderschat. Na anderhalf uur klauteren, komen we terecht op de Coll de Clot de Moredo. Een welkome afwisseling zo’n “gewoon” pad. Ook de afdaling aan de oostkant van de col gaat in tegenstelling tot de informatie die we hadden uit ons boek, over pad. Het geeft ons des te meer de kans om te genieten van het mooie bovenste deel van de vallei. Na een stukje niet al te boeiende onverharde weg begint aan Bordes de Moredo de tweede stevige oefening van de dag. Zonder pad en met slechts vage aanwijzingen zoeken we ons over grashellingen en door bos een weg naar Alos de Isil. Veesporen hadden deze afdaling wat makkelijker moeten maken, maar bij gebrek aan vee zijn ook hun sporen aan het verdwijnen. Het dorpje is er zo ééntje waar je nog probleemloos een film kan opnemen die zich afspeelt in 1900. Helaas doen twee nieuwe gebouwen aan de dorpsrand hun best om al dat pittoresks te verbrodden. De HRP zelf zit vandaag vol afwisseling: na blokkenterrein, pad, onverharde weg en bushwacken wordt ons nu een stuk asfalt voorgeschoteld. Een half uur verder draaien we de Comamala-vallei in. Eens de schuren beneden in de vallei voorbij, klimmen we een tijdje steil naar hogere sferen. Aan een klein meertje op 2070 meter zetten we moe maar voldaan de tent in het zoveelste sublieme bivakdecor van deze HRP.

Dag 33: 10 juli: Comamala-meertje – Torrent Roia de Mollas

Nachtelijk everzwijnbezoek en het bijhorende een tijdje wakker liggen verhinderen ons niet om vlotjes naar de eerste van de drie cols van de dag te klimmen. De afdaling van Coll de Cornella vergt even behoorlijk wat concentratie. Gelukkig is het weer vandaag opnieuw heel goed, anders zou dit wel eens een heikele passage geweest kunnen zijn. Het uitzicht van de dag krijgen we vanop Col de Calberante, de derde col van de dag, met onder ons prachtige meren en in de verte de Pic de Certascan. Cairns gidsen ons vooral over door gletsjer afgesleten rotsen naar de Refugi Enric Pujol. De onbemande blikken doos blijkt binnenin bijzonder netjes en zelfs over een noodtelefoon te beschikken. Minder dan een uur later ontmoeten we voor het eerst vandaag een andere mens. Hij is meteen ook de eerste wandelaar die een poging waagt om de hele HRP te lopen, weliswaar in omgekeerde richting, die we tegenkomen. Nog wat later is ook onze tweede ontmoeting van de dag een bijzondere: we babbelen meer dan een uur met een Belg die al 14 jaar de wereld rondreist en nu een stukje HRP probeert. ’t Is nog vroeg in de namiddag als we toevallig een mooi bivakplekje tegenkomen en beslissen er te blijven.

Dag 34: 11 juli: Torrent Roia de Mollas – Bordes de Graus

Steven heeft vannacht heel onrustig geslapen met een steeds meer rommelende buik. Om half zeven ’s morgens kennen we de oorzaak: een maag-darminfectie, ongetwijfeld veroorzaakt door het slechte water in de vallei. We hadden het nochtans gezuiverd zoals anders en ons kookwater enkele minuten laten doorkoken, maar dat blijkt hier onvoldoende. Geluk bij een ongeluk: Hanne lijkt er weinig last van te ondervinden. Het is al snel duidelijk dat de geplande dagetappe er niet inzit. Steven krijgt geen hap binnen en voelt zich erg zwak. In de meeste gevallen zou er niets ander opzitten dan minstens een dag op dezelfde plek te blijven. Maar ook op dat vlak hebben we geluk: op ongeveer drie uur stappen, slechts een uur van onze route is een kleine camping met een paar kilometer zuidelijker een dorpje waar we aan wat eten kunnen geraken. Voor Hanne zijn de uren naar de camping er een paar met de handrem op, voor Steven zijn het de zwaarste uren van de HRP tot nu toe. De camping blijkt gelukkig exact wat we nodig hebben: rustig, netjes en met vriendelijke uitbaters. Na de middag slaagt Steven er voor het eerst vandaag in om voorzichtig wat te eten. De rest van de dag is voor hem rust, rust en rust. Hanne doet daarentegen nog een tripje naar Tavascan om wat extra eten in te slaan. Ze heeft geluk: zowel op de heen- als de terugweg slaagt ze erin een lift te versieren. Het wordt nog best een fijne rustige avond. Het is nu afwachten hoe Stevens lichaam recupereert…

Dag 35: 12 juli: Verplichte rust in Graus Part 1

Stevens koorts is weg en hij kruipt niet meer rond de tent als een overbejaarde hond: we zijn op goede weg! Het verwachte slechte weer krijgt bovendien pas laat in de namiddag de Spaanse zon klein. Al bij al is onze verplichte rustdag zo slecht nog niet. We luieren, lezen, bestuderen de kaart en hebben het uiteraard over de paar andere campinggasten. In de loop van de dag blijkt echter ook dat de bacterie die Stevens lichaam kort maar krachtig heeft belaagd, zijn laatste reserves behoorlijk heeft uitgeput. Er is maar één goede beslissing: morgen nog een rustdag.

Dag 36: 13 juli: Verplichte rust in Graus Part 2

“This tent is designed and manufactured as a reliable shelter for serious wilderness travel… This tent is meant to withstand extreme weather conditions…” Het is een stuk uit de waarschuwingstekst die in onze Hilleberg staat. Die tekst heeft echter meer een geruststellende dan een waarschuwende functie als het zoveelste hevige Pyreneeënonweer je tent aan flarden probeert te scheuren. We zijn de tel kwijtgeraakt en kunnen dus niet exact vertellen hoeveel onweders we vannacht over ons heen hebben gekregen. Feit is dat de meer dan een uur durende slotshow die rond 03.00 uur begon, bepaald indrukwekkend was. Vandaag is het de hele dag druilerig gebleven, maar onweer is er gelukkig (voorlopig) niet meer van gekomen. Intussen belooft het weerbericht vanaf morgen een week ver zon en gaat ook het licht in Stevens lichaam weer aan. — En dan heeft een mens al eens tijd om na te denken. Toeval : Stevens vergiftiging. Gevolg: twee en een halve dag camping. Feit: we zitten op een veilige manier een slechtweerperiode uit die mogelijk tot grote gevaren en problemen had kunnen leiden. Het is niet de eerste keer in ons bergleven dat op het eerste zicht “pech” en “vervelend toeval”, weliswaar gecombineerd met beslissingen op gezond verstand, ons behoeden voor situaties die tot veel grotere problemen hadden kunnen leiden. Is er iets of iemand die ons hierboven beschermt voor groot onheil? — We besluiten ’s middags te eten in het restaurantje van de camping: lekker én zoals dat tussen Spanjaarden hoort: luidruchtig! We krijgen er een staaltje openheid en hartelijkheid gratis bij: wanneer de kok in het restaurant verschijnt, wordt er spontaan en erg gemeend voor haar geapplaudiseerd. Wanneer gebeurde dat nog eens in België? Steven voelt zich intussen behoorlijk gerecupereerd en als we morgen niet vertrekken begint Hanne waarschijnlijk rondjes te lopen rond de camping, dus morgenvroeg zijn we weer weg! Het moreel is onaangetast, nog 17 stapdagen tot de Middellandse Zee: we gaan ervoor!

Dag 37: 14 juli: Graus – Estany Romedo de Dalt

Gisterenavond, na het schrijven van ons verslagje, babbelden we nog een tijdje met een sympathieke Noord-Amerikaan die probeert de hele HRP in tegengestelde richting te lopen. Sympathiek, ja, maar ook een man van principes. Zo zweert hij bij een tarp in plaats van een tent. Volgens hem kan je met zo’n lapje stof even slecht weer doorstaan als met een veel zwaardere tent. Hij voegde er later wel aan toe dat hij de avond voordien tijdens de zware onweders in een cabane was gaan slapen. Als je een goede beschrijving hebt van je route (foto’s op zijn smartphone) zijn volgens hem kaarten overbodig. Later gaf hij wel toe dat hij regelmatig verloren loopt. Zo kunnen we nog wel even doorgaan…
Het minder goede nieuws van de dag is dat Stevens spijsvertering een stevige terugval kent. We hebben het ’s morgens niet meteen door en beginnen dus gewoon aan de geplande etappe. Terwijl de wolken maar niet willen wijken voor de beloofde zon krijgt Steven tot laat in de namiddag geen hap naar binnen. We stoppen veel en lang en onze vooruitgang is navenant. Het zicht vanop de Coll de Certascan is mooi, maar we hebben andere dingen aan ons hoofd. In de Refugi de Certascan kopen we wat cola die gelukkig wel vlot binnengaat. We zetten de tent aan het mistige Estany de Romedo de Dalt. Stevens maag en darmen lijken eindelijk wat tot rust te komen en beetje bij beetje slaagt hij erin wat te eten. We verzinnen alvast verschillende scenario’s voor de komende dagen, afhankelijk van Stevens toestand. Afwachten…

Dag 38: 15 juli: Estany Romedo de Dalt – Estany de Baborte

De zon schijnt, zowel letterlijk als figuurlijk! De echte zon zorgt in combinatie met het nagenoeg perfect stilstaande meer voor een adembenemend ochtendzicht. Omdat de tent door de weersverandering drijfnat is en de zon haar best doet om ze te drogen, blijven we lang van de prachtige weerspiegelingen in het meer genieten. De figuurlijke zon is er voor Stevens darmen, wiens toestand nu toch echt de goede richting lijkt uit te gaan. Na een opwarmertje naar het Estany Romedo de Baix zoeken we ons zonder echt pad, maar ook zonder problemen, een weg naar het Pla de Boavi door een knappe vallei. Vooral de rivier die er doorheen stroomt steelt de show. Na de middag klimmen we ons in lange zigzags naar de Coll de Sellente, waar we de intussen vertrouwde, maar nog altijd even mooie uitzichten voor dit gebied hebben. We dalen naar het grootste Baborte-meer en vinden er een plekje voor de tent.

Dag 39: 16 juli: Estany de Baborte – Pla de l’Estany

We beginnen vroeg aan wat een lange dag zou kunnen worden. De afdaling naar La Molinesa gaat vlotjes. Op de parking slikken we even: als de inzittenden van alle auto’s die hier staan in de buurt rondlopen, zullen we niet bepaald alleen zijn. Tijdens het klimmen naar de Refugi de Baiau blijkt het echter vals alarm. Blijkbaar wil iedereen hier enkel en alleen naar de Pico d’Estats. Tot onze eigen verbazing zijn we al kort na de middag aan de refugi. We beslissen niet naar de Port de Baiau te klimmen, maar over de iets noordelijkere Coll d’Estanys Forcats Andorra binnen te gaan. Op die manier vermijden we een nutteloze omweg die enkel nuttig is voor mensen die in de bemande Refugi Coma Pedrosa willen slapen. Tijdens het stijgen genieten we van onze laatste zichten op het erg mooie Circo de Baiau. We dalen nog een tweetal uurtjes Andorra in tot de Pla de l’Estany. Terwijl we ons installeren aan de nog lege Refugi del Pla de l’Estany zien we een paar toeristen te paard verschijnen. Het blijkt een Nederlands gezinnetje dat zich op die manier tot aan de hut laat brengen om er te barbecuen. Dat gebeurt met het laatste hout dat rond de hut ligt en heeft als gevolg dat de hele hut wordt uitgerookt. Het is het soort bergtoerisme waar wij toch wat moeite mee hebben. Dat we uiteindelijk een stuk vlees en wat drinken aangeboden krijgen, verzacht ons oordeel enigzins. Omdat we nu eenmaal geen geweldige slaapervaringen hebben in dit soort hutten, zetten we wat lager ons vertrouwde tentje. De Nederlanders vertrekken, de rust keert terug, de bergen worden weer even “van ons”. Steeds sneller drijven grijze wolken voorbij. We hopen dat het voor morgen voorspelde slechte weer wat meevalt…

Dag 40: 17 juli: Pla de l’Estany – Refugi de Sorteny

De verwachting: van enkele buien tot zware sneeuwval, afhankelijk van de bron. De waarneming: steeds grijzere wolken en veel wind, maar momenteel ook niet meer. We vinden het weer goed genoeg om onze normale route te proberen. Gelukkig maar, want na een eenvoudige start op een mooi paadje door het bos en wat steviger klimwerk belanden we op een knappe graag. Normaalgezien zijn er van hier prachtige uitzichten op de Andorraanse bergen. Die uitzichten zijn er tussen de wolken door maar half, maar dat gebrek wordt ruimschoots gecompenseerd door wat anders. Van aan de rechterkant proberen wolken de graat te veroveren, wat in combinatie met de sterke wind van de linkerkant een bijzonder wervelend schouwspel oplevert. Tijdens de lange afdaling zien we in de verte een gems, wat er ons aan doet denken dat we vergaten te vermelden dat we gisteren een hele kudde met kleintje vanop een paar meter afstand ontmoet hebben. Tussen Llorts en El Serrat komen we de laatste lijken tegen van de Ultra Trail Andorra, de geschifte trailrunningwedstrijd die hier dit weekend plaatsvond. Koken doen we terug wat hogerop aan de onbemande, grote en erg ongezellige Refugi de Sorteny. Een plekje voor de tent vinden we zowat 200 meter verderop op een grasveldje tussen heel wat prachtige bergbloemen.

Dag 41: 18 juli: Refugi de Sorteny – Port de Fontargente

Het is nog eens echt koud geweest vannacht. We sliepen net onder 2000 meter en er stond ijs op onze tent. We klimmen vlot naar de eerste col van de dag, de Collada dels Meners. We genieten volop van de vandaag opnieuw zonovergoten landschappen. Tijdens de afdaling naar de Refugi Coms de Jan passeren we heel wat dagjesmensen. Na de hut komt de tweede stevige klim, deze keer naar de Serra de Cabana Sorda. Aan de gelijknamige hut beslissen we vandaag nog door te lopen naar Frankrijk. Na de derde klim van de dag steken we de grens over via de Port de Fontargente. We werpen een laatste blik in Andorra, het Pyreneeënlandje dat bij ons gemengde gevoelens oproept. Wie goede gemarkeerde paden in de bergen zoekt met heel wat wandelmogelijkheden waarbij je ’s avonds terug in het hotel bent, kan hier een leuke vakantie beleven.Voor langeafstandstrekkers vinden we de vele goed onderhouden onbemande hutten een leuk pluspunt. Je moet er in Andorra echter bijna voortdurend één of meerdere van de vele lelijke skigebieden bijnemen. Ook de volgepropte valleien vinden we niet bepaald een streling voor het oog. Maar goed, Andorra van bovenaf gezien: dat is tocht al een hele verbetering ten opzicht van onze doortocht in mei waarbij we alleen “lelijk” Andorra te zien kregen.
Na een tiental minuutjes dalen in Frankrijk vinden we een onverwacht goed en enigzins tegen de steeds sterker wordende wind beschut bivakplekje.

Dag 42: Port de Fontargente – Merens-Les-Vals

Tot 05.30 uur zorgden hevige rukwinden ervoor dat we niet al te vast sliepen. Toen veranderde het gehuil van de wind plots in onheilspellende stilte. Wie de Pyreneeën een beetje kent, weet wat dat betekent: tien minuten later schoten de eerste bliksemflitsen al door de lucht. Een mens geraakt wel wat onweer gewoon op de HRP… Situatie bij het aflopen van de wekker: 5°C, regen, mist en opnieuw wind. We maken onze rugzakken in de tent en zoeken ons een kletsnatte weg naar de Refuge de Rulhe. Hier verlaten we zoals gepland even de HRP om onze laatste dozen op te pikken op de camping van Merens-Les-Vals. Nu op de GR 10 begint het weer enigzins te verbeteren eens we over de Col des Calmettes zijn. Eén voor één halen we met ons nochtans rustige tempo de groepjes in die de GR 10 lopen. Het is best grappig om te zien hoe een groepje mannen zich de tanden stukbijt op Hannes constante klimtempo op de Pyramide de Lherbis. Een paar regenbuien en een vlotte afdaling later worden we hartelijk onthaald op de camping door de dame die onze dozen heeft bijgehouden. De warme douche doet deugd…

Dag 43: Rust Merens-Les-Vals Part 1

Merens heeft een goede, vrij rustige camping en een treinstation. Daarmee is zowat alles gezegd, dus willen we onze dag graag in Ax-Les-Thermes doorbrengen. De dame van de camping kan ons niet aan de treinuren helpen, maar biedt ons met wat hulp van haar echtgenoot wel een lift naar Ax aan: geweldig! We gaan uitgebreid op restaurant, lezen de krant, sturen onze piolets en wat kaarten op en belanden uiteindelijk in de Bains du Couloubret (de thermen). Het is een prachtige dag en we genieten rustig maar intens. Een pak frieten en wat inkopen later treinen we terug naar Merens.

Dag 44: Rust in Merens-Les-Vals Part 2

Zwaarste werk van de dag: onze was in de wasmachine stoppen, een uurtje later in de droogkast en nog wat later terugbrengen naar de tent. Het grootste deel van de rest van de dag brengen we weer door in Ax, waar we eten, de krant van A tot Z lezen en nog meer eten. De weersvoorspelling voor de komende dagen wil maar niet verbeteren, maar wij zijn in elk geval klaar voor de finale van onze HRP.

Foto’s van dit deel HRP

HRP: Deel 3: Gavarnie – Salardú

Dit is het derde deel van het vijfdelige verslag van de Haute Randonnée Pyrénéenne (kortweg HRP) die wij liepen van 07 juni 2011 tot 31 juli 2011.

 

Dag 19 : 26 juni: Gavarnie – Héas

Deel 3 van onze HRP begint met de klim naar Hourquette d’Alans. Wat betreft het gewicht van onze rugzak is vandaag waarschijnlijk de zwaarste dag van heel de HRP. Tot onze verbazing halen we toch een meer dan behoorlijk tempo. Tussen het afzien door genieten we van de uitzichten op de Vignemale en de toppen rond het Cirque de Gavarnie. Eens op de ‘hourquette’ ontvouwt zich weer een ander mooi uitzicht, deze keer op het Cirque d’Estaubé. We nemen heel wat pauzes en genieten van het terug met ons tweetjes zijn. De laatste kilometers van deze mooie en niet al te moeilijke etappe gaan over asfalt, niet meteen onze meest favoriete oefening. We mogen onze tent zetten op de weide naast Auberge Le Refuge, waar beetje bij beetje de rust terugkeert na het vertrek van de vele dagtoeristen. We genieten van een rustig en (net iets té) warm avondje.

Dag 20: 27 juni: Héas – Refuge de Barroude

De dag begint met de behoorlijk lange klim naar de Hourquette de Héas. We doen het kalmaan en genieten van de mooie kronkelende vallei en onze laatste uitzichten op de Vignemale, de Taillon en de Brèche de Roland. Aan de andere kant van de hourquette ontdekken we brede groene dalen met daarbovenop, zoals typisch blijkt voor de streek, nagenoeg loodrechte rotswanden. Een prachtvoorbeeld daarvan ontdekken we na de Houquette de Chermentas waar de adembenemende Barroudemuur de vallei kroont. De Barroude-meertjes en de grote sneeuwvlekken die er nog liggen maken het droomdecor om onze tent in te zetten compleet.

Dag 21: 28 juni: Refuge de Barroude – Urdiceto

Vandaag staan onder andere vier kilometer asfalt en dubbel zoveel dirtroad op het programma: niet meteen om vrolijk van te worden. Wel vrolijk worden we van de ochtendzon die van de Barroude-meertjes en – muur een nog prachtigere plek maakt. Nog een fijne verrassing krijgen we na de Port de Barroude: het Circo de Barroso en de vallei die er toegang tot biedt, zorgen alweer voor adembenemende zichten. Na de middag begint het hardere werk. De asfaltkilometers bergaf verteren we nog vlotjes, maar de klim richting de Paso de los Caballos is alles waar we bang van waren: lang, saai en vreselijk heet. Na deze doorzettingsproef zetten we de tent rond 2000 meter, een eind verder dan de elektriciteitscentrale Urdiceto. Het verwachte onweer lijkt er niet te komen en we genieten van een mooie avond met zicht op de Monte Perdido in de verte.

Dag 22: 29 juni: Urdiceto – Cabana Añescruzes

Het verwachte onweer is met wat vertraging gekomen: het onweerde vannacht bijzonder hevig. Tegen alle verwachtingen in schijnt deze morgen weer de zon. Op een klein uurtje klimmen we vlotjes naar de Paso de los Cabollos waar zich een volgende mooie vallei voor ons opent. De gevolgen van het onweer van vannacht zijn nog overal zichtbaar: resten hagel, afgerukte takken en bladeren, bloemen die wel verscheurd lijken en paadjes die nog half onder water staan… In de verte zien we de westflank van de Posets, terwijl boven ons een front zich van de Pyreneeën meester maakt. Het eerste deel van de afdaling is leuk, maar daarna belanden we alweer voor een paar kilometer op onverharde weg. We laten het niet aan ons hart komen, zoeven de paar huizen/schuren van Viados voorbij en beginnen alvast aan de klim naar de Port d’Aygues Tortes. Ongeveer op de plek waar de GR 11 en de HRP splitsen, vinden we wat beschutting achter een vrij recente herdershut, een plek met een schitterend uitzicht.

Dag 23: 30 juni: Cabana Añescruzes – Lac des Isclots

Gedaan met dirtroad, terug naar hoogalpien terrein: dat is nog eens een vooruitzicht! De zon begeleidt ons alweer op onze klim naar de Port d’Aygues Tortes. Het laatste uur van de klim is een behoorlijke test. We zoeken en vinden ons een weg door steil puin en sneeuw. Het uitzicht op de col mag er zijn: de pieken van de grenskam vormen een schitterend decor. Het eerste, zeer steil deel van de afdaling in Frankrijk is deel 2 van de test. Alweer veel puin en sneeuw later eten we onze middagkoekjes op op de vloer van de Aygues Tortes-vallei. We beslissen niet naar de Refuge de la Soula te lopen, maar boven de bemande hut door te traverseren. We flirten met de bovenkant van het wolkendek dat in de vallei hangt, wat mysterieuze beelden oplevert. Net op het moment dat de mist ons helemaal opslokt, staat Hanne plots op een spoorlijn. In het daaropvolgende half uur ontdekken we nog meer sporen van het mijnbouwverleden van de streek. We klimmen ons nog een weg naar het Lac des Isclots en komen zo terug hoog en warm in het zonnetje terecht. We maken er gebruik van om ons in een droomdecor (en poedelnaakt) in het meer te wassen. Een perfect einde van een perfecte dag. Je gelukkig voelen is soms zo eenvoudig…

Dag 24: 01 juli: Lac des Isclots – Refuge du Portillon

Eindelijk vakantie! Om dat te vieren (en vooral omdat we vandaag niet ver moeten), komen we wat traag op gang in ons paradijsje. Eens we vertrokken zijn, wordt het al gauw menens: na het Lac du Milieu moeten we over steil puin en veel sneeuw naar de Col des Gourgs Blancs. Technisch moeilijk wordt het echter niet en we nemen uitgebreid de tijd om van al het wonderbaarlijks rondom ons te genieten. We dalen de steile oostkant van de col zonder stijgijzers en zonder problemen af. Wie niet weet hoe met een pickel te remmen in de sneeuw, heeft hier niets te zoeken! Eten doen we wat puin en sneeuw verder op de Col du Pluviomètre. De uitzichten op de Pic de Gourgs Blancs, het Lac Glacée (dat effectief nog grotendeels bevroren is) en de vallei zijn adembenemend. Het stevigere blokkenwerk is voor na de middag. Een volgend klimmetje brengt ons naar een volgend geweldig uitkijkpunt: de Tusse de Montarqué. Het makkelijke pad naar de hut (dat volgens ons boekje bestaat) vinden we niet, maar moeilijk gaat ook. Halverwege de namiddag staan we aan de Refuge du Portillon, waar we onze tent zetten naast de barrage. Geen bivak alleen dit keer, maar het uitzicht mag er zijn!

Dag 25: 02 juli: Refuge du Portillon – Valleta de Escaleta

Opnieuw een dag buiten categorie, dus we beginnen er vroeg aan. Het is vannacht behoorlijk koud geweest met als gevolg dat de sneeuwvelden naar de Col Inferieur de Literole er verijsd bijliggen. De stijgijzers komen al gauw uit de rugzak en dankzij hen halen we de pas makkelijk. Ook aan de andere kant van de pas blijkt er nog veel sneeuw te liggen en zijn de meren bevroren. Het contrast met de achterliggende sneeuwvrije bergen is prachtig. De oversteek naar de Remuñe-vallei is technisch niet bijzonder moeilijk, maar zonder kennis over hoe je veilig met piolet en stijgijzers over sneeuwvelden raakt, best wel gevaarlijk. De afdaling in de Remuñe-vallei is knap, maar niet van de poes: het is opletten bij elke stap. Het is weekend, vakantie, schitterend weer en de vallei is makkelijk bereikbaar: dat levert een pak dagtoerisme op (wat de magie toch enigzins verstoort). Dat betert er bepaald niet op aan het einde van de dag. Rond de Aneto, Spanjes hoogste berg, stikt het van het volk. Leuk is anders. We vinden de Aneto niet eens zo’n mooie berg. Het plan om op de Plan d’Aigullut te bivakkeren, bergen we maar op. We klimmen nog wat door en zetten de tent in de Valleta de Escaleta, weg van de drukte en met als enige gezelschap een paar isards (gemzen) en marmotten.

Dag 26: 03 juli: Valleta de Escaleta – Barranco de Conangles

De weersvoorspelling: mooie dag met op het einde kans op onweer. Het diffuse licht en de wolken die we te zien krijgen bij het openritsen van de tent vertellen een heel ander verhaal. Ten laatste tegen de middag krijgen we onweer, schatten we. We wikken en wegen onze verschillende opties en besluiten toch voor de normale route te gaan. Een half uur later, om kwart voor acht ’s morgens, brengen we onze rugzakken en onszelf in veiligheid voor het losbarstende onweer. Ongeveer drie kwartier zitten we opgeplooid onder een druipend rotsblok. Erg veel regent het uiteindelijk niet en het weer lijkt te verbeteren, dus gaan we door op de normale route. Onweren doet het een hele tijd niet meer, maar de jassen gaan wel nog een paar keer aan en uit voor regenbuitjes voor we de col bereiken. Om daar te raken, klauteren we wat, zoeken we veilige routes over linke sneeuwvelden, zoeken we ons een weg over door gletsjers afgesleten rotsen. Het eerste stuk van de afdaling van de Col de Mulleres (Molière) zou wel eens de sleutelpassage van de hele HRP kunnen zijn. Na een kwartiertje spannend verticaal klauterwerk  zonder foutenmarge steken we voorzichtig een steile sneeuwvlek over. Daarna gaat het vooral door puin, soms behoorlijk steil, naar de Mulleres-meren. Het weer is wat stabieler geworden, de gevaarlijkste passages zijn voorbij, dus nemen we geregeld tijd om te genieten van de knappe uitzichten. Na een lange afdaling krijgen we aan het gesloten Hospital de Vielha (een soort refuge) opnieuw een daverend en lang onweer over ons heen. We schuilen er, onder een infobord, tot het voorbij is en maken van een uurtje zonder regen gebruik om een plek te zoeken in de Vall de Conangles. Voor het eerst op deze HRP koken we in de tent terwijl onweders nummer drie en vier van de dag de tent geselen.

Dag 27: 04 juli: Barranco de Conangles – Estany deth Cap deth Port

Half zeven. Wekker. Regen. We verzetten de wekker naar half acht. ’t Is gestopt met regenen en er verschijnt zowaar blauwe lucht. Misschien zit de originele route er toch nog in voor vandaag. Tijdens het klimmen naar de Port de Rius boort een steeds dikker en grijzer wolkendek die hoop de grond in. Aan het Estany de Rius beslissen we nog even tot het eerste meer, Estany Tort de Rius, te lopen waarlangs Joosten de route beschrijft. Het levert niet bepaald een fraai zicht op. Door kunstmatige waterafvoer met pijpleidingen staat het meer erg laag. We keren terug naar de kruising met de GR 11 en dalen verder, in regenbuien, af. We voelen allebei dat we een wat mindere dag hebben. Het slechte weer doet daar geen goed aan. We beslissen onze moeë lichamen en geesten een extraatje te gunnen en drogen in de Refugi de la Restanca bij een blikje frisdrank. Eens het te druk wordt in de refuge, zoeken we, nagestaard door heel wat verbaasde blikken, opnieuw de rust hoger in de bergen op. We voelen ons door de korte stop wonderwel herladen en het deert ons niet dat we binnen in de tent tijdens regenbui zoveel moeten koken. Het bivakkeren bezorgt ons op deze HRP enorm veel mooie momenten, of het nu regent of niet. We verlangen naar de rust en de overvloed aan eten van Salardú, maar evenzeer naar het resterende deel van deze tocht die sowieso te snel gedaan zal zijn.

Dag 28: 05 juli: Estany deth Cap deth Port – Salardú

De wolken zijn vannacht helemaal verdwenen met als gevolg dat het laatste regenwater vastgevroren is aan de tent. Tijdens de klim naar onze eerste col van de dag, Col de Crestada, genieten we van een prachtige zonsopkomst. We brengen een blitsbezoek aan het nationaal park van Aigües Tortes waar we een paar gemzen verrassen met onze vroege doortocht. Tot de tweede col van de dag, Port de Caldes, waar we het park alweer verlaten lopen we alleen. Vanaf nu is het duidelijk dat we heel wat anderen zullen moeten dulden op onze route. We storen er ons niet aan en staan na een mooie afdaling door bos sneller dan verwacht aan de Bahn de Tredos. Op de in mei nog lege parking staan nu meer dan honderd auto’s. We dalen vooral over asfalt verder tot Salardú waar we midden in de siësta enigzins uitgehongerd aankomen. Een ijsje vult de eerste gaten. We informeren even naar de prijzen van een nachtje “binnen” slapen, maar die blijken al te gek hoog. Naar de camping in Artiés dan maar. Eerst nog snel even de dozen met eten oppikken in de jeugdherberg. Wanneer we de receptioniste uitleggen wat we komen doen, bekijkt ze ons alsof we van een andere planeet komen. Een half uur lang wordt naar onze dozen gezocht, tevergeefs… We besluiten morgen terug te komen wanneer de dame die onze dozen heeft weggezet dienst heeft. We laten het voorlopige gemis van onze dozen niet aan ons hart komen en genieten voluit van een warme douche en een gezellig etentje in “de gekke kip”. We eten zoveel dat we nog een avondwandeling en wat fietsen in de “speeltuin voor volwassenen” (dat bestaat daar dus echt hé!) nodig hebben om ons menu wat te laten zakken.

Dag 29: 06 juli: Rust in Artiés Part 1

– In Salardú geraken we aan onze dozen, met een pak hartelijkheid en kussen bovenop. Yes!
– In Vielha stuurt een besnorde maar vriendelijke juffrouw onze stijgijzers en wat andere spullen naar huis: 2, 85 kilo lichter. Yes!
– We openen onze mailboxen in een cybercafé. Het resultaat zijn twee telefoontjes. Eén naar België, één naar Turkije. Minstens één directeur heel content. Toch maar yes!
– Onze was geraakt gedaan. Yes!
– We laten ons nog eens verleiden tot een avondje Pollo Loco. Mjammie!

Dag 30: 07 juli: Rust in Artiés Part 2

Nog een rustig dagje, na het overvolle van gisteren. Als voornaamste ingrediënten: eten kopen, eten opeten, internetten, gps-punten invoeren, douchen en niets belangrijks doen. Meer moet dat niet zijn!

Foto’s van dit deel HRP