Huaraz VII: Cordillera Huayhuash (14 dagen trekking)

Wat we meemaakten in de Cordillera Huayhuash beschrijven als een geweldige trekking is onvolledig. Wat we beleefden op onze tocht door en rond deze fantastische bergketen met ‘Los Amigos de Huayhuash’ was veel meer dan zomaar een trektocht… Veel leesplezier 😉 

Dinsdag 03 augustus
Misschien toch even ‘Los Amigos de Huayhuash’ voorstellen: Los Amigos zijn enkele broers van een familie die in en rond het bergdorpje Chiquian leven. Ze kennen de Huayhuash door en door en hebben de reputatie geweldige gidsen en arrieros (ezeldrijvers) te zijn.
Het begint alvast goed: stipt om 9 uur, zoals afgesproken, wacht Abner (onze gids en kok) ons op om in Huaraz boodschappen te gaan doen. Het klikt meteen met deze sympathieke man en op de markt komen we vlotjes overeen welk voedsel de ezels de komende twee weken zullen meeslepen. Om 14 uur nemen we de bus naar Chiquian, waar we ’s avonds bij Abner mogen logeren. Tijdens de busrit, bij het begin van de afdaling naar het dorpje worden we al meteen getrakteerd op een indrukwekkend bergzicht. Even indrukwekkend is ook de auto die een paar uur eerder 50 meter diep een ravijn aan de kant van de weg is ingedoken… ’s Avonds maken we kennis met Adolfo en Alec, 2 van de broers. Alec zal de komende dagen onze arriero zijn. Normaal gezien wordt aan het einde van een trektocht een ‘Pachamanca’, een typisch Peruaans gerecht, klaargemaakt. Omdat vandaag toevallig een Oostenrijks koppel de trektocht beëindigt, krijgen we onze Pachamanca voor de trekking. We laten het ons smaken en maken aan tafel heel wat plezier, vooral na de nodige cervezas voor onze gastheren. We overlopen nog eens de route voor de komende dagen en krijgen foto’s onder onze neus geschoven van eerdere trekkers.
Peruaans weetje van de dag:
De meeste huizen in de Peruaanse bergen, ook datgene waarin we logeren,  zijn gemaakt uit niets anders dan aarde, stro en hout. Wie denkt dat dat niet sterk is, zit er even naast: het huis van Los Amigos is meer dan 100 jaar oud…

Woensdag 04 augustus
’s Morgens doen we in Chiquian nog de laatste inkopen: brood, kip en gas. We nemen de bus naar Pocpa: meteen een nieuw avontuur. De chauffeur stopt regelmatig om de bouten van een wiel aan te draaien. De manier waarop dat gebeurt, zou menig Belgisch mechanieker een hartaanval bezorgen. Stap 1: zet de sleutel op de moer. Stap 2: blokkeer de sleutel met een steen. Stap 3: rijd zachtjes vooruit tot de sleutel zo hard onder spanning staat dat hij een paar meter verder gekatapulteerd wordt… Extra opmerking: klim voor deze handeling steeds uit het raam, aangezien de deur aan de kant van de chauffeur niet meer openkan. In Pocpa staan braaf 3 ezels, een paard en Alec op ons te wachten. Even later zijn we vertrokken voor 4 uur inlopen op een brede verharde bergweg. Rotverwend als we zijn, vinden we het landschap vandaag mooi, maar ook niet meer dan dat. Het urenlange gezellige babbelen met Abner maakt dat ruimschoots goed. We hebben het onder andere over de verschillen tussen België en Peru en over de corruptie in dat laatste land. We hebben meteen door dat onze gids niet van de domste is… We kamperen in Quartelhuain, nu ook niet meteen de geweldigste plek, samen met 3 andere groepen. Abner toont ons voor het eerst dat hij ook een stevig stukje kan koken.
Peruaans weetje van de dag:
Een leerkracht (maestro) verdient in Peru ongeveer 1200 soles (ongeveer 333 euro) per maand. Als je weet dat een product in de supermarkt dat bij ons 5 euro kost, hier gemiddeld 5 soles kost, weet je dat dat niet bijzonder veel is.

Donderdag 05 augustus
We worden wakker met een bijna stormachtige wind en veel wolken, maar een uurtje later is daar al niets meer van te merken: aangenaam wandelweer. We beginnen als laatste aan de klim van ongeveer 500 meter naar de Cacananpunta-pas (4690 m), maar één voor één halen we de duidelijk minder geacclimatiseerde of ervaren toeristen met ons slakkengangetje in. We genieten uiteindelijk als eersten van het knappe rode Pucacocha-meer dat zichtbaar is vanop de pas. Abner vertelt ons dat in de tijd van zijn grootvader nog heel wat gletsjer lag op de rotsen achter het meer, maar daar is niets meer van te merken. Nergens ter wereld gaat het afsmelten van de gletsjers zo snel als hier, bij gebrek aan een winterperiode waarin de gletsjers wat kunnen ‘recupereren’. Iets na de middag komen we al aan in Tuctucpampa, waar we vannacht zullen kamperen. We krijgen voor het eerst een glimpje te zien van het gletsjermoois dat in deze bergketen overblijft. We zijn wel wat meer gewoon dan 3 uur stappen, dus besluiten we ’s namiddags naar het nabijgelegen Mitucocha-meer te stappen. Het meer vinden we prachtig, maar de morenerug ernaast nodigt ons uit om nog wat dichter naar de gletsjers van de Jirishanca (6094 m) te klimmen. Een pad is er niet, maar we zoeken ons een weg die ons uiteindelijk een knap uitzicht oplevert. Net op tijd voor de namiddagthee zijn we terug in het kamp. Abner is onder de indruk van onze ‘wandelhonger’ en stelt ons voor morgen een alternatieve route voor: een tocht waarbij we nauwelijks op een pad zullen lopen, door een steil couloir moeten en normaal gezien geen mens zullen tegenkomen. Het klinkt ons natuurlijk als muziek in de oren…
Peruaans weetje van de dag:
De oorspronkelijke taal van de Peruanen, van voor de Spaanse bezetting, is het Quechua. Een groot aantal mensen die diep in de bergen wonen, spreken het nog altijd. Je vindt het ook voortdurend terug in plaatsnamen. Zo betekent ‘cocha’ water, ‘puca’ rood en zijn ‘jirca’ en ‘raju’ besneeuwde toppen.

Vrijdag 06 augustus
Tuctucpampa maakt zijn reputatie als koude kampplek waar: om 6 uur ’s morgens is het -6°C in de tent. Dat betekent dat het buiten zowat -10 of -11 is. Abner warmt ons meteen op met overheerlijke pannenkoeken als ontbijt, een lekkernij waar we vanaf nu om de twee dagen op getrakteerd worden. Bij het opruimen van het kamp, komt een Duits koppel aangelopen. Zij hebben een half uurtje verder gekampeerd samen met een Frans koppel. De mannelijke helft daarvan is in de loop van de nacht steeds zieker geworden en kan nu zelfs de tent niet meer uit. Uit de symptomen die de Duitsers beschrijven, valt vrij eenvoudig op te maken dat de man ernstig hoogteziek aan het worden is. In dat geval is er maar één optie: zo snel mogelijk naar beneden. Het Duitse koppel heeft al zijn voorraad Diamox (een middel tegen hoogteziekte) aan de Fransman afgegeven. Diamox onderdrukt echter enkel tijdelijk de symptomen van hoogteziekte, het geneest ze niet. We leggen het probleem voor aan onze gids die, als ‘bergmens’ in hart en nieren, meteen hulp wil bieden. Hij snelt naar de zieke man met ons paard, Tipi, terwijl wij in het kamp proberen een paard naar de vallei te regelen. Tot onze grote verwondering staat hij 3 kwartier later terug zonder de zieke. Waarschijnlijk door de Diamox voelt de man zich een stuk beter en weigert hij zijn tocht af te breken, wat hem door zijn constant wenende vriendin niet in dank wordt afgenomen. We weten allemaal dat dit een slechte beslissing is… Wordt helaas later op onze tocht vervolgd.
De gewone dingen van de dag dan maar. Terwijl de laatste groepen aan de normale route beginnen, lopen wij een andere richting uit. Het aangekondigde steile couloir is de eerste echte uitdaging van deze trekking. We vinden het geweldig. We passeren vlakbij de flanken van de Jirishanca Chico (5446 m) en bewonderen de lijnen die zijn gletsjer in de rotsen heeft uitgeschuurd. Een paar technisch wat moeilijkere stukken verder genieten we van een voorbijvliegende condor en het knappe Alcaycocha-meer. Pas een halfuurtje voor het einde van de tocht komen we terug op de normale route uit. Zonder Abner hadden we deze prachtige, rustige route nooit kunnen doen. Als kers op de taart krijgen we aan het Carhuacocha-meer voor het eerst de Cordillera Huayhuash in al zijn adembenemende schoonheid te zien. Het zicht op de Yerupaja (6617 m), de Siula Grande (6344 m, de beroemde berg uit het verhaal van Joe Simpson) en de toppen errond is er eentje dat onmogelijk uit ons geheugen te wissen is. Op de koop toe heeft Alec, onze arriero, het beste kampplekje aan het meer veroverd. Op een ongelofelijke plek als deze sta je uiteraard niet alleen. Een 7-tal andere groepen kamperen in de buurt, maar door de afstand tussen de kampplekjes hebben we daar geen last van.
Peruaans weetje van de dag:
In de bergen hier groeit een erg harde grassoort (vergelijkbaar met helmgras) die de schapen en runderen niet kunnen verteren. Om de zachtere grassoorten meer kans te geven, worden regelmatig hele bergflanken in het droge seizoen afgebrand.

Zaterdag 07 augustus
Omdat we vandaag het kamp niet hoeven te verhuizen, gaat alles ’s ochtengs kalmpjes aan. Abner heeft alweer een fantastische route voor ons in petto. Alweer padloos klimmen we naar het Lago Chaclan, vlak tegen de indrukwekkende bergwand die we gisteren al mochten bewonderen. Onderweg passeren we een verwrongen stuk aluminium: een restje van het vliegtuig dat zich in de jaren ’50 te pletter vloog tegen de Jirishanca. Niemand overleefde toen die crash en waarschijnlijk zitten er nog altijd brokstukken en lijken in de gletsjers errond. Na een steile maar korte klim liggen we twee uur ‘hartstikke’ gezellig te babbelen met onze gids aan het meer. Vroeg in de namiddag zijn we alweer in het kamp. We wassen ons, doen wat babbeltjes met andere trekkers en genieten van het zonovergoten natuurspektakel. Abner koopt verse forel en maakt die op meesterlijke wijze klaar. ’s Avonds blijven we tot laat (zeker tot 21 uur, echt laat dus) geboeid luisteren naar Abners levensverhaal (dat we later misschien wel eens publiceren, we hebben toelating ;-))
Peruaans weetje van de dag:
Om even in de landbouw te blijven: een koe kost in Peru tussen de 400 en 10000 soles. In Peru hebben ze ook een bijzondere koeiensoort: een grijze koe die een dikkere melk geeft dan de gewone. Niet geweldig om te drinken, maar naar het schijnt fantastisch om kaas van te maken.

Zondag 08 augustus
We nemen de hoge route naar de volgende kampplek. Die gaat rakelings langs de hoogste toppen van de Huayhuash, met onderweg 3 meren die je maar al te vaak op foto’s van dit gebergte ziet. Wij geniten minstens evenveel van de spectaculaire ijsvallen onderweg dan van de meren zelf. Het eerste meer, Lago Gangrajanca, is niet echt meer een meer… Door een breuk in de eindmorene staat er nog nauwelijks water in. Het zicht wordt er niet minder geweldig door, want in de plaats van water  zie je nu een verzameling ijsblokken in alle maten en vormen. We hebben het woordje ‘fantastisch’ al vaak gebruikt de afgelopen weken, maar ook deze vallei is een prachtexemplaar. Na de Siula Punta-pas (4880 m) komen we in een volledig ander, ook knap landschap terecht. Kamperen doen we in Huayhuash, de properste kampplek van het hele gebergte.
Hier krijgen we helaas ook het vervolg van het verhaal van de Franse zieke (zie vrijdag 06 augustus). Een Israëlische groep die normaal met 2 gidsen zou trekken heeft nog slechts 1 gids mee. De andere is met de Franse toerist per paard naar Pocpa, het dichtst bijzijnde dorp met busverbinding, teruggekeerd. De Franse man was na de nacht waarin hij ziek werd nog een nacht hoog in de bergen gebleven. Zijn hoogteziekte was uiteraard enkel verergerd waardoor hij zichzelf ernstig in gevaar had gebracht. Wat er van de man geworden is, weten we niet…
Deze keer zijn het verhalen over vermoorde toeristen (wees gerust, het is al enkele jaren geleden) waarmee Abner ons ’s avonds entertaint.
Peruaans weetje van de dag:
Een ziekteverzekering bestaat hier wel, maar is zo goed als nutteloos wegens bijzonder slechte dienstverlening. Gevolg: toen Abners vrouw ongeveer een maand in het ziekenhuis lag, kostte hen dat het inkomen van een volledig jaar… Lang leve België!

Maandag 09 augustus
-8°C in de tent op het moment dat we wakker worden: frisjes! Na al het prachtige berggeweld van de vorige dagen is vandaag een landschappelijk wat minder interessante dag, al mag het zicht op de Cordillera Raura er ook zijn. Slim als hij is, besluit Abner een half uurtje vroeger te vertrekken dan gewoonlijk. Het doel: ons al eerste aan de Aguas Calientes in de buurt van Laguna Viconga te krijgen. Het plannetje lukt ook, waardoor we aan het begin van de namiddag het bijzonder warme ‘zwembad’ (aan de bron is het water 70°C!) helemaal voor ons alleen hebben. Pas anderhalf uur later, wanneer een Israëlische groep het bad bestormt, laten we ons drogen in de zon.
Peruaans weetje van de dag:
In de Cordillera Huayhuash komen we bijzonder veel Israëlische groepen tegen. Abner weet ons te vertellen dat in heel Zuid-Amerika bijzonder veel Israëli’s hun vakantie doorbrengen. (Later krijgen we van een Israëli zelf te horen dat er om en bij 2 miljoen van zijn landgenoten in dit stukje wereld op vakantie zijn!) Hoe dat kan? Israëli’s krijgen na hun legerdienst van de staat een budget waarmee ze op reis mogen. Zuid-Amerika is financieel dan een aantrekkelijke optie. Helaas maakt dit volk zich niet altijd even populair. Onder de lokale bevolking hebben ze een vreselijke reputatie: luidruchtig, gierig, altijd problemen… We willen ons niet in het algemeen bij deze mening aansluiten, maar we hebben toch ook wel wat staaltjes gezien…

Dinsdag 10 augustus
Vandaag gaat het weer richting gletsjers. Een snijdende wind houdt de gevoelstemperatuur nog urenlang onder nul. In een tweetal uur klimmen we naar de Punta Cuyoc-pas. Eigenlijk komen we iets zuidelijker dan de pas uit, waardoor we voor het eerst op deze trekking de kaap van de 5000 meter overschrijden. Het zicht op de pas is er alweer eentje om duimen en vingers bij af te likken. Een paar honderd meter verder noordwaarts lonkt de ijsval van de gletsjer van de Nevado Cuyoc (5550 m). Terwijl andere groepen op de pas toekomen en een paar minuten later alweer verdwijnen (zonde!), vragen we Abner of we niet even tot aan de gletsjer kunnen. Het lijkt wel of hij op onze vraag zit te wachten… We klauteren ons een weg tot aan het ijs. Wat een prachtige ijsval! Abner is al even kinderlijk enthousiast als wij met als gevolg dat we er een hele tijd blijven en als laatste groep van de dag, met achterstand, aan de afdaling beginnen. Die afdaling brengt ons bij een bijzonder rustig kampplekje tussen moreneruggen in de Quebrada Cuyoc. Voor het eerst op deze trekking kamperen we helemaal alleen. De rest van de namiddag brengen we alweer gezellig kletsend (in het Spaans!) met onze gids door. Het routeplan voor de volgende dag wordt een paar keer gewijzigd, maar tegen ’s avonds raken we er uit. Het wordt een experimentje morgen (alsof wij dat erg vinden :-)).
Peruaans straf verhaal (in plaats van weetje :-)) van de dag:
Een paar jaar geleden kampeerde een echtpaar van rond de 60 met arriero en gids aan het Mitucocha-meer. ’s Namiddags gingen beiden een dutje doen. Toen hun gids hen een paar uur later ging halen voor de thee, bleken beiden overleden in hun slaap… Er volgde een diepgaand onderzoek, maar het echtpaar bleek een natuurlijke dood gestorven te zijn.

Woensdag 11 augustus
Het probleem met de normale route die Abner op deze dag zou volgen is dat een paar rare kwieten (Abners woorden!) uit het dorpje Huayllapa de toegang tot de kampplek Cutatambo verboden hebben voor dieren, dus ook onze ezels. Zonde, want anders zouden we 2 dagen op die plek blijven. Abner wil ons toch zoveel mogelijk van dit spectaculaire stukje landschap geven, vandaar een wat alternatieve route. Helaas doen Hannes darmen vandaag ook wat alternatief, wat het haar niet makkelijker maakt in de klim naar een pas op de San Antonio-kam. De pas die we nemen is niet die op de kaart (te gewoon ;-)), maar een wat hogere op 5100 meter. De landschapswissel is fenomenaal. Van een kaal maanlandschap belanden we op een paar stappen tijd opnieuw in de wereld van ruige pieken en spectaculaire gletsjers. We dalen af naar het Juraucocha-meer waar we nog een tijdje liggen staren naar de gletsjers die van de Nevados Jurau komen. Abner heeft sinds een paar dagen door dat wij wel één en ander over berggeologie weten en vraagt ons de kleren van het lijf over al wat hij ziet. Wij leggen het maar al te graag uit en vragen hem op onze beurt helemaal uit over zijn praktische bergkennis, opgedaan door ervaring, die honderd keer groter is dan de onze. Bergenthousiastelingen onder elkaar… We dalen langs de Rio Calinca langs de verlaten kampplek van Cutatambo en komen een tijdje later aan op onze alternatieve kampplek in de buurt van Saclashuayi. Een schitterend idee is het niet want er is nauwelijks wat te eten voor onze dieren. Maar goed, met wat denkwerk komen we tot een halve oplossing. Dat heb je met experimentjes…
Peruaans weetje van de dag:
Een cavia is een schattig huisdiertje. Zo denken Belgische kindjes toch. Peruaanse kindjes (en volwassenen) vinden ze vooral lekker. In Peru is cavia (‘cuy’ in het Spaans) een lekkernij…

Donderdag 12 augustus
Abner kondigt ons deze dag aan als niet bijster interessant. Om ons toch wat te entertainen, stelt hij voor dat we elk een stukje van de dag paardrijden. Steven is als eerste aan de beurt en daalt op de rug van Tipi naar het dorpje Huayllapa. Dat kan tellen als initiatie… De afdaling gaat langs een echt bergpad met rotsblokken, doorwadingen en al wat je je nog bij een bergpad kan voorstellen. Steven overleeft het en vindt het zowaar zelfs behoorlijk leuk. Huayllapa is het eerste dorpje dat we sinds het begin van onze trekking tegenkomen. We kopen er nog wat extra voedsel voor we aan de klim naar onze kampplek Huatiaq beginnen. Deze keer is het de beurt aan Hanne om Tipi te bestijgen. Steven en Abner, stoere macho’s van de ergste soort, willen natuurlijk niet onderdoen voor het tempo van het paard, wat een stijgsnelheid van meer dan 600 hoogtemeters per uur oplevert! Behoorlijk… Hanne vindt de initiatie ook wel leuk, alleen haar blauwe achterwerk vindt het wat minder. Op onze kampplek staan we alweer alleen en genieten volop van de rust en mekaars gezelschap. Oninteressant vonden we deze dag zeker niet: de akkers, de terrasbouw, de ingenieuze irrigatiesystemen en het dorpje Huayllapa zorgden voor een welkome afwisseling.
Peruaans weetje van de dag:
De Cordillera Huayhuash is geen nationaal park en ondanks de afstand tot de ‘beschaafde wereld’ wonen er nogal wat kleine gemeenschapjes van een paar mensen. Die hebben toeristen zeker niet altijd op handen gedragen. Overvallen en zelfs moorden ontsieren het verhaal van de bergketen. Daardoor is de Huayhuash is al meermaals voor enkele jaren een ‘no go’-zone geweest, de laatste keer zelfs recent in 2004 – 2005. Op dit moment is het er bijzonder stabiel. De meeste gemeenschappen vragen de toeristen een bijdrage van 15 soles per persoon ‘voor een veilige doorgang’. Al is dit illegaal, het zorgt voor een stabiliteit in het gebied die er nog nooit geweest is. Enkel de inwoners van Huayllapa overdrijven stevig en eisen 35 soles per persoon. Gevolg: in het dorp is er elektriciteit en veel meer luxe dan elders in de Huayhuash. Er wordt momenteel zelfs een weg van Cajatambo naar het dorp getrokken (nog slechts 1 kilometer te gaan ). De toeristen betalen… Crimineel of goed bekeken? Tjah…

Vrijdag 13 augustus
Vandaag lopen we twee etappes in één keer, kwestie van een ‘specialleke’ te kunnen doen aan het Jahuacocha-meer. Tijdens het eerste deel van de dag hebben we knappe zichten op de Diablo Mudo (5350 m). We lopen een tijdje samen met een vrouw die haar man (een herder) zijn middagmaal gaat brengen. Ze praat aan één stuk door, volledig in het Quechua, tegen onze gids. Wij filosoferen dan maar, volledig in het Nederlands, over onze oude dag in de bergen. Na de eerste pas, Tapush Punta (4770 m), eten wij ons middagmaal op. Daarna gaat het verder naar de Llaucha Punta-pas (4850 m), niet lang maar wel even stevig. Abner daalt met ons, aanvankelijk volledig buiten pad, de Quebrada Huacrish in. Daar vinden we een prachtige veer van een condor, bijna een halve meter lang. Ondanks de dubbele etappe hebben we tijd zat dus houden we meer stops dan dat we vooruitgaan. Er wordt gezellig gepalaverd over dieren in de bergen, over skistations en de invloed ervan op het milieu. Laat in de namiddag bereiken we de prachtige kampplek Incahuain  aan het Jahuacocha-meer. Voor het eerst in vier dagen kamperen we niet alleen, maar met een 7-tal andere groepen. Dat is niet toevallig: het zicht op de westkant van de hoofdkam van de Huayhuash is subliem. ’s Avonds verdwijnt Abner voor een lange tijd…
Peruaans weetje van de dag:
In de Peruaanse bergen is er nog een strikte rolverdeling tussen man en vrouw. De vrouw zorgt voor de kinderen, het huis en het eten. Sommigen hoeden ook de dieren, meestal schapen. Mannen doen het zwaardere fysieke werk en zijn soms dagenlang van huis als ze met toeristen onderweg zijn. Ondanks de schoolplicht van 6 tot 12 jaar worden meisjes daarna veel sneller thuisgehouden dan jongens, wat één van de oorzaken van deze rolverdeling is. Ook goed om weten: Peruaanse bergkinderen wonen vaak op uren stappen afstand van de dichtstbijzijnde school en wonen daarom op schooldagen meestal bij familie in de buurt van de school.

Zaterdag 14 augustus
Abner heldert ons ’s morgens zijn verdwijning op.  Voor onze laatste dag vlak tegen de hoofdkam wil hij ons nog wat bijzonders bezorgen. Hij heeft gehoord van een pad dat steil omhoog gaat naar een top op iets meer dan  5000 meter van waar je een knap uitzicht zou hebben op de hele westkant van de Huayhuash. Omdat hij de route zelf niet kent (en andere gidsen ook niet) is hij aan een lokale boer om uitleg gaan vragen. Die boer, de 60-jarige Eulalio, moet uitgerekend vandaag langs die route omhoog om te checken hoe het met zijn dieren gaat. We watertanden bij het idee. Aanvankelijk gaat het bijzonder steil en helemaal zonder pad zowat recht de flank ten zuiden van het meer op. Na een tijdje komen we uit op een graat die ons steeds hoger en dichter bij de Nevado Rasac (6017 m) brengt. De uitzichten onderweg zijn ronduit spectaculair. Abner en wij gaan zowat uit ons dak op deze ‘geheime route’, nog extra aangevuurd door de verhalen van Eulalio die alles over de streek lijkt te weten. Rond half 1 bereiken we de op de kaart niet benoemde top en zijn we voor de derde keer op deze trekking boven de 5000 meter. We peuzelen er ons middagmaal op en genieten, genieten en genieten. Eulalio heeft ons ondertussen verlaten, maar wel nog de instucties voor een afdaling in de Quebrada Rasac meegegeven. Het eerste deel van die afdaling blijkt een puinhelling waar we met veel plezier op onze schoenen afskiën.  Een tijdje later houden we nog een lange pauze aan het Rasaqcocha-meer. Nog een wandelingetje langs het Jahuacocha-meer later genieten we volop na van deze schitterende dag.
Peruaans weetje van de dag:
Mensen die diep in dit gebergte wonen, zijn zo goed als zelfvoorzienend in hun voedsel. Geen wonder dus dat ze dag in dag uit met hun dieren en gewassen bezigzijn. Hun enige andere bron van inkomsten is toerisme. Boeren die ezels hebben, werken als arriero. Enkele anderen, sterke mannen, werken als drager voor de Andinisten.

Zondag 15 augustus
Vandaag staat een kort tripje op het menu tot in Pampa Llamac. De bedoeling is al een stuk dichter bij het dorpje Llamac te staan, waar we morgen de bus nemen. Kwestie van morgenvroeg niet een gat in de nacht te moeten vertrekken. Alles gaat dan ook heel rustigaan. Terwijl we naar de Macrash Punta-pas (4272 m) lopen, kijken we regelmatig achterom om een laatste keer te genieten van de hoofdkam van de Huayhuash. Ondanks een lange middagstop (met uiteraard veel gezellig gebabbel) zijn we toch vroeg op onze kampplek. We staan weer helemaal alleen met een prachtig en ver zicht tot in de Cordillera Blanca, die zowat 100 km verder ligt.
Peruaans weetje van de dag:
In de Andes groeit een aardappelsoort die je enkel boven de 3500 m vindt. De aardappelen zijn wat langwerpiger en veel zoeter dan gewone aardappelen. Voor de mensen die hoog in de bergen wonen, is het een erg belangrijk voedingsmiddel. De meesten eten het zelfs als ontbijt, bij gebrek aan een bakker om de hoek.

Maandag 16 augustus
Snifsnif, enkel een korte afdaling naar Llamac rest ons nog. Op een uur en twintig minuten staan we 800 m lager aan de ‘bushalte’. Uiteraard wordt de busrit weer een avontuur. Om te beginnen probeert een Israëli zijn veiligheidsgordel aan te doen. Dat mag in België heel normaal klinken, maar in een Peruaanse bus is het hilarisch. De Peruanen bescheuren het dan ook van het lachen. Maar het echte leuke moet nog komen. Een kleine beschrijving van de bus is daarvoor noodzakelijk. De bus waarover we het hebben, is ongeveer zo groot als de gemiddelde Belgische schoolbus. Ondanks de anderhalve meter hoge toren bagage op het dak, zit ook de hele gang nog eens volgestapeld. De motor van de bus zit tussen de chauffeur en de eerste passagiers, onder een luik dat enkel van in de bus kan geopend worden. Midden in de klim naar Chiquian stopt de chauffeur naast een beekje. Alle bagage die op het motorluik ligt, moet er even uit. De motor is wat oververhit. Peruaanse oplossing: giet een paar kannen water over de draaiende motor. Dat daarbij de druppels en de stoom in de bus in het rond vliegen, moeten de passagiers er maar even bijnemen. Topentertainment, zeker met een stel panikerende Israëli’s erbij!
In Chiquian maken we kennis met Erika, Abners vrouw, en zijn jongste dochter (amper 2 maand oud). We maken het nog maar eens gezellig en Abner biedt ons een tweede Pachamanca aan. Aan dan aanbod kunnen we niet weerstaan! In de loop van de avond komt nog wat familie binnenwaaien en 2 nieuwe klanten van ‘Los Amigos’: fijne boel! We genieten volop van de Peruaanse sfeer.
Peruaans weetje van de dag:
In Peru zijn nauwelijks geasfalteerde wegen. Als ze al geasfalteerd zijn, ontbreekt er hier en daar nog een stuk en het is de normaalste zaak van de wereld dat een buschauffeur zigzaggend tussen de putten zijn weg zoekt. Honderden meters lang aan de linkerkant van de baan rijden, hoort er daardoor vanzelfsprekend bij. Maar meestal is er dus geen asfalt. Stel je de gemiddelde Peruaanse weg voor als een rotsachtig, 3 meter breed veldwegje.

Dinsdag 17 augustus
Iets na 3 moeten we al uit onze slaapzakken omdat we graag vroeg in Huaraz willen zijn. De bus vertrekt uiteindelijk pas rond 5 uur, maar we zijn toch nog voor 8 uur ‘thuis’. De rest van de dag bestaat uit de gewone dingen: eten, douchen, bloggen, …
Peruaans weetje van de dag:
Dat er begin oktober verkiezingen zijn in Peru weten we al een tijdje. Wie dacht dat de aanloop naar verkiezingen in België een zotte boel is,  moet eens naar hier komen. Bij onze aankomst in Huaraz blijken een paar winkels gewoonweg verdwenen. Ze hebben plaatsgemaakt voor lokalen waar je heel de dag lang met de verkiesbaren een babbeltje kan doen. Luide muziek lokt je ernaartoe. Op elke straathoek hangen wel één of meer affiches. Een partij met als logo een condor, laat overdag zelfs enkele mensen verkleed als condor over straat lopen. Nog 2 maanden te gaan voor de verkiezingen…

Nog even achteraf
Wij kwamen ‘Los Amigos de Huayhuash’ op het spoor dankzij dit geweldige verslag van Steve Behaeghel: http://users.fulladsl.be/spb22263/. De informatie in dit verslag is nog steeds grotendeels correct. Belangrijkste wijziging is het verbod voor groepen met dieren om te kamperen in Cutatambo. Ook de prijzen van voedsel en kampplekken zijn nog steeds gelijkaardig. De prijs van ‘Los Amigos de Huayhuash’ voor een service zoals wij die kregen is intussen wel gestegen naar 80 USD per dag. Dat kan veel lijken en het is naar Peruaanse normen ook zeker niet goedkoop, maar wat je ervoor terugkrijgt is onbetaalbaar! Voor een trekking in de Huayhuash raden wij absoluut deze familie aan! Wie een goedkope Huayhuash-trekking zoekt kan in Huaraz veel betere zaakjes doen. De kwaliteit kan dan wel navenant zijn… Het is ook mogelijk om slechts één persoon van de Valdez-familie mee te nemen (enkel als arriero), wat natuurlijk al een stuk goedkoper uitkomt. Meer informatie vind je op de site van ‘Los Amigos’ zelf: http://losamigosdehuayhuash.free.fr/. Wie contact wil opnemen met hen, doet dat best in het Spaans. Voor wie het Spaans niet machtig (genoeg) is, willen wij gerust de tussenpersoon zijn. Stuur daarvoor een mail naar meestersteven [at] gmail.com. Steve Behaeghel doet dit ook al. Zijn e-mailadres kan je vinden in bovenvermeld verslag.

Stieb en Anna (onze namen volgens Abner ;-))

5 gedachten over “Huaraz VII: Cordillera Huayhuash (14 dagen trekking)

  1. Ongelofelijk verhaal amai amai! Ik begon zelfs gisteren al te denken dat er bijna weer iets op de blog moest komen:)
    Ik maak intussen een foto-album van onze reis en moet mij tevreden stellen met bergen van iets meer dan 2000m en een ver ver zicht op een enkele stubaiergletcher:)

    Geniet er daar nog van Stieb en Anna!

    Liefs,
    Anne en Fré

  2. Kheb jullie blog nu nog eens grondig herlezen en zie dat Tipi, jullie paardje is. De lectuur blijft boeien.
    Ik kan me dat echt zo voor de geest halen 4 mensen met 2 ezels en een paard op trektocht. Dat is toch echt terug naar de roots he! Neem af en toe toch nog wa fotokes.
    Dag Stieb&Anna. Knuf 4U2. PA.

  3. Stieb&Anna, wat een verhaaaal… wat een belevenis moet dat zijn voor jullie als jonge mensen. Nu hebben jullie niet alleen van de bergen, gletsjers, meren… kunnen genieten maar tevens zijn jullie op stap geweest met fantastische mensen en dieren.
    Ik was één van mijn paarden ook nog even gaan uitlaten (Goldwing) maar kon het toch nie laten om nog even te piepen of den blog al aangevuld was.
    Awel kben dubbel en dik beloond. Ullen blog wordt echt een verslaving en leest als een goede roman waarvan je steeds het vervolg wil kennen. Zeg Stieb, da van Joe Simpson kennekik nie??
    5000 meter!!! das niet niks zeg. Ge ziet wel dat ge jullie ervaring toch wel goe kunt gebruiken en dat koppig zijn (cfr hoogtezieke) in de bergen cash betaald wordt.
    De bus die ge beschrijft… wel Steven met zulke camions reed uwe pa hier half de jaren zeventig. Ik weet dus precies waarover jij praat. Ge weet toevallig toch het merk nie meer?
    Steven, kaas van die melk smaakt mssch anders? Probeer het nekeer. Maar het moet natuurlijk niet.
    En later als jullie niemeer kunnen stappen, heb je nu DE oplossing gevonden-> paarden (of waren het ezels) waar je op gereden hebt? Of tkan een nieuwe hobby worden als jullie terug zijn.
    Daar stond ook iets in jullie verslag van “andinisten”. Wat of wie is dat eigenlijk?
    Om te eindigen wens ik jullie begeleiders te bedanken die jullie niet alleen heel veel bijgebracht hebben aan kennis maar jullie ook veilig gegidst hebben en voor jullie gezorgd hebben. Moest ge nog kontakt hebben met deze mensen, dank hen in onze naam en maak hen onze groeten over. Kinders, stel het daar verder wel met elkaar en om het met Moekes woorden te zeggen GENIET daar verder van elkaar en jullie XLavontuur. Pa&Marijke.

  4. WAUW!! ne mens zou goesting krijgen om te vertrekken bij het lezen van al dit moois…
    En om te eindigen zoals Stieb en Anna (hihi…klinkt fantastisch!): intersocweetje van de dag: aha, dus er zijn belgische koeien met gewone melk,er zijn grijze peruaanse koeien met dikkere melk en…in Aussois zijn er berg- en dalkoeien met speciale potekes (dat vertelde Hanne toch!!)

    weet je: ’t was weeral super om te lezen!!
    doe zo verder met GENIETEN!!

Geef een reactie op Pa Reactie annuleren